Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken

Spreuken 18

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Wie zich afscheiden wil, zoekt een voorwendsel; Met alle middelen stuurt hij op ruzie aan.
2Een domoor houdt niet van wijsheid, Maar zegt toch gaarne zijn mening.
3Met de misdaad komt ook de minachting, Op de schanddaad volgt de smaad.
4De woorden van sommige mensen zijn diepe wateren, Een bruisende beek, een bron van leven.
5Het is onverantwoord, partij te kiezen voor een boosdoener, of een onschuldige voor het gerecht te verdringen.
6Wat een dwaas zegt, leidt tot twist; Zijn mond roept om slaag.
7Wat een dwaas zegt, stort hem in het ongeluk; Zijn woorden zijn een valstrik voor hemzelf.
8Woorden van een lastertong zijn als lekkernijen, Ze glijden af naar het diepste van de maag.
9Wie ook maar slap is in zijn werk, Is al een broer van de vernielgeest.
10De naam van Jahweh is een sterke burcht; De rechtvaardige ijlt erheen, en is veilig.
11Het vermogen is voor den rijke een sterke vesting, In zijn verbeelding een hoge muur.
12Vóór de val is men hooghartig, Maar aan de eer gaat ootmoed vooraf.
13Geeft iemand antwoord, eer hij heeft geluisterd, Dan strekt hem dit tot dwaasheid en schande.
14Geestkracht houdt iemand staande in zijn lijden, Maar wie beurt een gebroken geest weer op?
15Een verstandig hart doet inzicht op, Het oor der wijzen spitst zich op kennis.
16Een geschenk verschaft iemand ruimte, Het geeft hem toegang tot de groten.
17Wie het eerst zijn zaak bepleit, krijgt gelijk; Maar dan komt zijn buur en zet hem recht.
18Het lot maakt een einde aan twisten, En scheidt machtigen van elkaar.

19Een verongelijkte broer is ontoegankelijker dan een sterke vesting; Ruzie is als de grendel van een burcht.
20Door de vrucht van de mond wordt iemands maag gevuld; Van de oogst zijner lippen wordt hij verzadigd
21Dood en leven zijn in de macht van de tong; Wie haar veel gebruikt, moet haar vrucht dan ook eten.
22Wie een vrouw heeft gevonden, heeft iets goeds gevonden, En de gunst van Jahweh gewonnen.
23Al klaagt een arme nog zo smekend, De rijke antwoordt met hardheid.
24Er zijn makkers, die iemand in het ongeluk storten; Maar ook vrienden, die aanhankelijker zijn dan een broer.