Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken

Spreuken 12

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Wie op tucht gesteld is, is op kennis gesteld; Wie geen vermaning kan velen, is als redeloos vee.
2De deugdzame geniet het welbehagen van Jahweh, Doortrapte mensen veroordeelt Hij.
3Door misdaad houdt de mens geen stand, Maar de wortel der rechtvaardigen is onwrikbaar.
4Een flinke vrouw is de kroon van haar man; Een die zich misdraagt, een kanker in zijn gebeente.
5Wat rechtvaardigen overleggen is recht, Wat bozen uitdenken bedrog.
6In de woorden der bozen loert levensgevaar, Maar de mond der vromen brengt redding.
7De bozen worden omvergeworpen, en ze zijn er niet meer; Het huis der rechtvaardigen houdt stand.
8Naar de mate van zijn doorzicht wordt men geprezen, Maar een nar is niet in tel.
9Beter onderschat te worden en over een knecht beschikken, Dan voornaam te doen en broodgebrek hebben.
10De rechtvaardige kent de noden zelfs van zijn vee, Maar het hart der bozen is zonder erbarmen.
11Wie zijn akker bebouwt, heeft eten genoeg; Maar wie zijn tijd verbeuzelt, lijdt gebrek.
12De burcht der bozen stort in puin, De wortel der rechtvaardigen is onwrikbaar.
13Door zijn tong te misbruiken loopt de boze in de val, Maar de rechtvaardige ontkomt uit de benauwdheid.
14Wat van iemands lippen komt, wordt hem rijkelijk vergolden; En wat iemands handen doen, valt terug op hemzelf.
15De dwaze houdt zijn weg voor recht; Alleen wie naar raad luistert, is wijs.
16Een dwaas laat ogenblikkelijk zijn woede blijken, Wijs is hij, die een belediging doodzwijgt.
17Wie waarheid spreekt, verbreidt recht; Maar een valse getuige pleegt bedrog.
18Sommigen laten zich woorden ontvallen als dolkstoten, Maar de tong der wijzen verzacht.

19Het woord der waarheid houdt eeuwig stand, Een leugentong slechts een ogenblik.
20Ontgoocheling is het lot van wie kwaad beramen; Maar bij hen, die heilzame raad geven, heerst vreugde.
21Geen kwaad zal den rechtvaardige treffen, Maar de bozen worden door het ongeluk achtervolgd.
22Jahweh heeft een afschuw van leugentaal, Maar welbehagen in hen, die de waarheid betrachten.
23Een wijze houdt zijn wetenschap voor zich, Een dwaas loopt met zijn domheid te koop.
24De hand der vlijtigen zal regeren, Vadsigheid leidt tot slavernij.
25Kommer in het hart maakt een mens neerslachtig, Een goed woord fleurt hem weer op.
26Een rechtvaardige vindt zijn weide wel, Maar de weg der bozen voert hen op een dwaalspoor.
27Een vadsig mens zal geen wild verschalken, Een ijverig mens verwerft een kostbaar bezit.
28Op de weg der deugd is leven, Het pad der boosheid leidt naar de dood.