Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 109

Psalmen 109:8-16

Help us?
Click on verse(s) to share them!
8Mogen zijn dagen maar kort zijn, En zijn ambt aan een ander vervallen.
9Zijn kinderen mogen wezen, Zijn vrouw een weduwe worden;
10Mogen zijn zonen als bedelaars zwerven, Zelfs uit hun krotten worden verjaagd.
11De woekeraar legge beslag op heel zijn bezit, En vreemden mogen met zijn verdiensten gaan strijken.
12Laat niemand zich zijner ontfermen, Niemand zich over zijn wezen erbarmen;
13Laat zijn kroost ten ondergang worden gedoemd, Zijn naam al verdwijnen in het eerste geslacht.
14Moge Jahweh de misdaad zijner vaderen gedenken, En de schuld van zijn moeder nooit worden gedelgd;
15Jahweh houde ze altijd voor ogen, Zodat zelfs hun aandenken van de aarde verdwijnt.
16Want hij dacht er niet aan, barmhartig te zijn, Maar vervolgde den ellendige, arme en bedroefde ten dode.

Read Psalmen 109Psalmen 109
Compare Psalmen 109:8-16Psalmen 109:8-16