Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen

Psalmen 48

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Een lied; een psalm van de zonen van Kore. Groot is Jahweh, hoog geprezen In de stad van onzen God!
2Lieflijk verheft zich zijn heilige berg, Voor heel de aarde een vreugde. De Sionsberg is de Spits van het Noorden, De stad van een machtigen Koning;
3God woont in haar burchten, En toont zich een veilige schuts.
4Want zie, de koningen hadden zich met elkander verbonden, En rukten gezamenlijk aan;
5Maar toen ze haar zagen, stonden ze stom van ontzetting, En stoven verschrokken uiteen.
6Vreselijke angst greep hen aan, En wee als een barende vrouw:
7Ineens als een storm uit het oosten, Die de Tarsjisj-schepen vernielt.
8Wat we vroeger hadden gehoord, Hebben we nu ook gezien: Jahweh der heirscharen woont in de stad, Onze God woont in de stad, en laat haar eeuwig bestaan!
9Wij gedenken uw goedheid, o God, Binnen uw tempel.
10Uw lof, o God, reikt als uw Naam Tot aan de grenzen der aarde. Vol gerechtigheid is uw rechterhand,
11Sions berg is er over verheugd; En Juda’s dochteren juichen van vreugde, O Jahweh, om uw gericht.
12Trekt rond de Sion, loopt er omheen: Telt zijn torens,
13Let op zijn wallen Ziet naar zijn burchten; Om aan een volgend geslacht te vertellen,
14Dat God hier woont, Dat onze God ons leidt Voor eeuwig en immer!