Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen

Psalmen 129

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Een bedevaartslied. Van jongs af heeft men wreed mij mishandeld, Mag Israël wel zeggen;
2Mij hardvochtig gekweld sinds mijn jeugd, Maar nooit mij gebroken.
3Ploegers hebben mijn rug beploegd, En lange voren getrokken;
4Maar Jahweh bleef trouw: De riemen der bozen sneed Hij stuk.
5Beschaamd moeten vluchten Alle haters van Sion.
6Ze zullen worden als gras op de daken, Dat vóór het opschiet, verdort;
7Waarmee geen maaier zijn hand kan vullen, Geen hooier zijn arm.
8En niemand zal in het voorbijgaan zeggen: “De zegen van Jahweh over u; Wij zegenen u in Jahweh’s Naam!”