Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 6

Spreuken 6:27-35

Help us?
Click on verse(s) to share them!
27Kan iemand soms vuur in zijn voorschoot nemen, Zonder dat hij zijn kleren schroeit;
28Of kan hij op gloeiende kolen lopen, Zonder dat hij zijn voeten brandt?
29Zo vergaat het hem, die zich afgeeft met de vrouw van een ander: Niemand die haar aanraakt, komt er straffeloos van af.
30Men veracht geen dief, zo hij enkel steelt, Om zijn maag te vullen, als hij honger heeft;
31Toch moet hij, eenmaal betrapt, zevenvoudig vergoeden, Alles geven wat hij in huis heeft.
32Kortzichtig de man, die overspel pleegt met een vrouw: Wie zijn eigen ondergang wil, moet zo iets niet doen;
33Schade en schande zal zo iemand belopen, Zijn slechte naam raakt hij nimmer meer kwijt.
34Want de jaloezie van den man wekt de woede bij hem op, En op de dag van de wraak zal hij niemand ontzien;
35Dan slaat hij op losgeld geen acht, Hij wil het niet, al biedt ge hem nog zo veel!

Read Spreuken 6Spreuken 6
Compare Spreuken 6:27-35Spreuken 6:27-35