6Verwaarloos haar niet, zij zal u behoeden, Als ge haar liefhebt, u beschermen.
7Aanvang der wijsheid is: doe wijsheid op, Doe inzicht op, zoveel ge kunt;
8Zij zal u verheffen, als ge haar hooghoudt, U aanzien verlenen, als ge haar omhelst;
9Zij vlecht om uw hoofd een sierlijke krans, En verrijkt u met een prachtige kroon!
10Luister mijn zoon, neem mijn woorden aan, Opdat ge lange jaren moogt leven.