18Is er geen openbaring dan verwildert het volk; Gelukkig is het, als het de Wet onderhoudt!
19Niet met woorden alleen moet ge een slaaf vermanen; Hij verstaat ze wel, maar doet er niet naar.
20Ziet ge iemand, die overijld spreekt: Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem.
21Wie zijn slaaf van jongsaf verwent, Wordt tenslotte met ondank beloond.
22Een opvliegend karakter sticht ruzie, Een driftkop misdraagt zich vaak.