5Beter een terechtwijzing in het openbaar, Dan liefde, die zich niet uit.
6Goed bedoeld zijn de wonden, door een vriend geslagen; Verraderlijk de kussen van een vijand.
7Iemand die genoeg heeft, geeft niet om honing; Als iemand honger heeft, is al het bittere zoet.
8Als een vogel, die uit het nest fladdert, Zo is een man, die rondzwerft ver van zijn huis.