2Rijk en arm ontmoeten elkaar, Jahweh is hun aller Schepper.
3De wijze ziet onheil en trekt zich terug; De onnozelen lopen door, en moeten ervoor boeten.
4Het loon voor ootmoed en vreze voor Jahweh Is rijkdom, aanzien en leven.
5Doornen en strikken liggen op de weg van den valsaard; Wie zijn leven liefheeft, blijft er ver vandaan.