6Wie met leugens schatten wil verwerven, Jaagt ijdelheid na en de strikken des doods.
7Bozen worden door hun gewelddaden meegesleept; Want zij weigeren, recht te doen.
8Kronkelig is de weg van een bedrieger; Wie eerlijk is, handelt oprecht.
9Beter te wonen op de punt van het dak, Dan met een snibbige vrouw in de echtelijke woning.
10Een slecht karakter haakt naar kwaad; Zelfs zijn naaste vindt geen genade in zijn ogen.