21Een bezit, te spoedig verkregen, Brengt tenslotte geen zegen.
22Zeg niet: Ik zal u het kwaad vergelden! Vertrouw op Jahweh; Hij zal u helpen.
23Tweeërlei gewicht is een gruwel voor Jahweh, Een valse weegschaal is kwaad.
24Door Jahweh zijn de schreden der mensen bepaald; Hoe zou ook de mens zijn weg kunnen zien?
25In de val loopt hij, die ijlings “Heilig” roept En eerst ná zijn geloften overlegt.