18Armoe en schande voor wie de berisping niet telt; Maar wie een vermaning ter harte neemt, wordt geëerd.
19Een vervulde wens is zoet voor de ziel, Het kwaad te mijden is voor de bozen een gruwel.
20Wie met wijzen omgaat wordt wijs; Wie het met dwazen houdt, vergaat het slecht.
21De zondaars zit het ongeluk op de hielen, Welvaart is het deel der rechtvaardigen.