13Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht:
14Dankoffers had ik te brengen, Vandaag heb ik mijn geloften betaald;
15Daarom ging ik naar buiten, u tegemoet, Om u te zoeken, en ik hèb u gevonden.
16Dekens heb ik op bed gelegd, Bonte dekens van egyptisch lijnwaad;
17Ik heb mijn bed met myrrhe besprenkeld, Met aloë en kaneel.
18Kom, laat ons dronken worden van minne, En tot de morgen zwelgen in liefde.