11Wat ziet ze er losbandig en lichtzinnig uit, In huis kunnen haar voeten het niet houden;
12Ze loopt de straat, de pleinen op, En bij elke hoek staat ze op wacht!
13Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht:
14Dankoffers had ik te brengen, Vandaag heb ik mijn geloften betaald;