16Na rijp beraad koopt ze een akker, Van wat ze verdiende plant ze een wijngaard;
17Ze gordelt haar lenden met kracht, De handen steekt ze uit de mouwen.
18Ze onderzoekt, of haar huishouden loopt, Zelfs in de nacht gaat haar lamp niet uit;
19Ze slaat de hand aan het spinnewiel, Haar vingers grijpen de klos.