13Een arme en een geldschieter ontmoeten elkaar: Jahweh schenkt beiden het licht der ogen.
14Als een koning de armen billijk behandelt, Staat zijn troon voor altijd sterk.
15Een stok en een vermaning schenken wijsheid; Een kind, dat aan zichzelf is overgelaten, maakt zijn moeder te schande.
16Als de bozen regeren, tiert de misdaad; Als zij vallen, zien de rechtvaardigen met vreugde toe.