Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 20

Spreuken 20:2-12

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2Een toornig koning brult als een leeuw; Wie hem prikkelt, vergrijpt zich aan zichzelf.
3Het is een eer voor den mens, buiten twisten te blijven; Alleen dwazen zoeken ruzie.
4Als een luiaard in de herfst niet wil ploegen, Zoekt hij in de oogsttijd tevergeefs.
5Diep water is het, wat iemand bij zichzelf overlegt; Maar een verstandig mens weet het te putten.
6Velen worden vriendelijke mensen genoemd; Waar vindt men echter iemand, die betrouwbaar is?
7Een deugdzaam mens, die onberispelijk wandelt: Ook na zijn dood gaat het zijn kinderen goed.
8De koning, die op zijn rechterstoel zit, Zift met zijn ogen al wat slecht is.
9Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart rein gehouden, Ik ben vrij van zonde?
10Tweeërlei gewicht en tweeërlei maat: Jahweh heeft van beide een afschuw.
11Zelfs uit het gedrag van een kind kan men opmaken, Of zijn daden zuiver zijn en oprecht.
12Een oor dat hoort, en een oog dat ziet: Jahweh heeft ze beide gemaakt.

Read Spreuken 20Spreuken 20
Compare Spreuken 20:2-12Spreuken 20:2-12