18Tuchtig uw kind, zo lang er nog hoop is; Maar laat u niet vervoeren tot toorn.
19Een driftig mens zal moeten boeten; Wilt ge hem helpen, ge maakt het nog erger.
20Luister naar raad, en neem vermaning aan, Opdat ge tenslotte wijs moogt zijn.
21Vele plannen gaan er om in den mens, Maar het besluit van Jahweh, dàt komt tot stand.
22Goedheid strekt den mens tot gewin, Beter arm te zijn dan wreed
23Het ontzag voor Jahweh leidt ten leven; Men rust dan tevreden, niet door rampen bezocht.