Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 17

Spreuken 17:17-24

Help us?
Click on verse(s) to share them!
17Een vriend laat altijd zijn genegenheid blijken, In tijd van nood toont hij zich als een broeder.
18Hoe kortzichtig de mens, die handslag geeft, En zich borg stelt voor zijn naaste.
19Wie op ruzie gesteld is, is op zonde gesteld; Wie hooghartig spreekt, zoekt zijn eigen val.
20Een vals karakter zal geen zegen ondervinden; Wie zijn woorden verdraait, zal in het ongeluk storten.
21Wie een domoor verwekt heeft, heeft zich hartzeer bezorgd; De vader van een zot kent geen vreugde.
22Een blij hart doet het lichaam goed, Neerslachtigheid verdort het gebeente.
23De boze neemt een geschenk uit de buidel aan, Om de wegen van het recht te verdraaien.
24De verstandige houdt de wijsheid voor ogen, De ogen van een domoor dwalen af naar de uithoeken der aarde.

Read Spreuken 17Spreuken 17
Compare Spreuken 17:17-24Spreuken 17:17-24