Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 12

Spreuken 12:8-21

Help us?
Click on verse(s) to share them!
8Naar de mate van zijn doorzicht wordt men geprezen, Maar een nar is niet in tel.
9Beter onderschat te worden en over een knecht beschikken, Dan voornaam te doen en broodgebrek hebben.
10De rechtvaardige kent de noden zelfs van zijn vee, Maar het hart der bozen is zonder erbarmen.
11Wie zijn akker bebouwt, heeft eten genoeg; Maar wie zijn tijd verbeuzelt, lijdt gebrek.
12De burcht der bozen stort in puin, De wortel der rechtvaardigen is onwrikbaar.
13Door zijn tong te misbruiken loopt de boze in de val, Maar de rechtvaardige ontkomt uit de benauwdheid.
14Wat van iemands lippen komt, wordt hem rijkelijk vergolden; En wat iemands handen doen, valt terug op hemzelf.
15De dwaze houdt zijn weg voor recht; Alleen wie naar raad luistert, is wijs.
16Een dwaas laat ogenblikkelijk zijn woede blijken, Wijs is hij, die een belediging doodzwijgt.
17Wie waarheid spreekt, verbreidt recht; Maar een valse getuige pleegt bedrog.
18Sommigen laten zich woorden ontvallen als dolkstoten, Maar de tong der wijzen verzacht.
19Het woord der waarheid houdt eeuwig stand, Een leugentong slechts een ogenblik.
20Ontgoocheling is het lot van wie kwaad beramen; Maar bij hen, die heilzame raad geven, heerst vreugde.
21Geen kwaad zal den rechtvaardige treffen, Maar de bozen worden door het ongeluk achtervolgd.

Read Spreuken 12Spreuken 12
Compare Spreuken 12:8-21Spreuken 12:8-21