Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 10

Spreuken 10:9-26

Help us?
Click on verse(s) to share them!
9Hij gaat veilig, die onberispelijk wandelt; Maar wie zich op dwaalwegen waagt, wordt betrapt.
10Wie een oogje toedoet, veroorzaakt droefheid; Wie vrijmoedig terechtwijst, sticht vrede.
11Een bron van leven is de mond van den rechtvaardige, De mond der bozen verbergt geweld.
12De haat verwekt twist, Maar de liefde bedekt alle overtredingen.
13Op de lippen van een wijze vindt men wijsheid, Op de rug van een onverstandig mens dient de stok.
14Wijzen houden de kennis voor zich, Maar de mond van een dwaas is een dreigend onheil.
15Het bezit is voor den rijke een sterke burcht, De armoede voor de behoeftigen een ongeluk.
16Wat een rechtvaardige verdient, strekt ten leven; Maar de winst van een boze tot zonde.
17Wie de tucht in ere houdt, betreedt de weg ten leven; Wie vermaningen in de wind slaat, verdwaalt.
18Eerlijke lippen houden hatelijkheden binnen; Wie lasterpraatjes verspreidt, is een dwaas.
19In een vloed van woorden wordt licht een fout begaan; Wijs dus hij, die zijn lippen opeenknijpt!
20Het fijnste zilver is de tong van een rechtvaardige, Het hart der bozen is weinig waard.
21De lippen van een rechtvaardige kunnen velen leiden, Maar de bozen gaan aan hun onverstand dood.
22Het is de zegen van Jahweh, die rijk maakt; Eigen beslommering voegt er niets aan toe.
23Voor den dwaze is kwaaddoen een genot, Voor een man van inzicht het betrachten van wijsheid.
24Wat de boze ducht, dat overkomt hem; Wat een rechtvaardige verlangt, wordt hem geschonken.
25Steekt er een storm op, dan is de boze verdwenen; Maar de rechtvaardige staat blijvend vast.
26Azijn voor de tanden en rook voor de ogen, Dàt is de luiaard voor wie hem een boodschap laat doen.

Read Spreuken 10Spreuken 10
Compare Spreuken 10:9-26Spreuken 10:9-26