Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 65

Psalmen 65:7-13

Help us?
Click on verse(s) to share them!
7Die het bulderen der zeeën bedaart, En het gebruis van haar golven. Ontsteld staan de volken,
8Vol vrees, die de grenzen der aarde bewonen: Voor uw tekenen daar, waar de morgen gloort, En waar Gij de avond doet juichen.
9Gij draagt zorg voor de aarde, En drenkt ze volop; Gij stort er een rijke zegen op uit, Gods vloed heeft altijd water genoeg. Gij maakt haar gereed voor haar koren, Zó maakt Gij ze klaar:
10Gij drenkt haar voren, bevochtigt haar kluiten, En maakt ze door regenslag week. Dan zegent Gij haar kiemen,
11En zet de kroon op het jaar van uw goedheid: Uw voetstappen druipen van vet,
12Zelfs de vlakten der steppen druipen er van. De heuvels zijn met gejubel omgord,
13De weiden met kudden bekleed, De dalen met koren getooid: Ze juichen en zingen!

Read Psalmen 65Psalmen 65
Compare Psalmen 65:7-13Psalmen 65:7-13