Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 91

Psalmen 91:6-13

Help us?
Click on verse(s) to share them!
6Geen pest, die in de duisternis rondsluipt, Geen besmetting, die ‘s middags haar verwoestingen aanricht.
7Al vallen er duizend aan uw zijde, Tienduizend aan uw rechterhand, U treffen ze niet; Zijn trouw is een schild en een pantser!
8Ja, met eigen ogen zult gij het zien, En de vergelding der bozen aanschouwen;
9Want úw toevlucht is Jahweh, Den Allerhoogste hebt gij u tot beschermer gekozen.
10Geen onheil zal u dus treffen, Geen plaag uw tenten bereiken;
11Want Hij zal voor u zijn engelen ontbieden, Om u op al uw wegen te hoeden.
12Zij zullen u op de handen dragen, Opdat gij aan geen steen uw voeten zult stoten;
13Op slang en adder zult gij treden, Leeuwenwelp en draak vertrappen.

Read Psalmen 91Psalmen 91
Compare Psalmen 91:6-13Psalmen 91:6-13