45Dan zal ik ongestoord kunnen leven, Omdat ik naar uw bevelen vraag.
46Zelfs koningen zal ik van uw vermaningen spreken, En mij er nooit over schamen;
47Ik zal mij aan uw geboden verkwikken, Die ik van harte bemin;
48Tot U zal ik mijn handen verheffen, En uw inzettingen overwegen.