1Jahweh is Koning! Laat de aarde jubelen, De ontelbare eilanden juichen!
2Donkere wolken pakken zich om Hem heen, Recht en gerechtigheid schragen zijn troon.
3Vuur gaat voor zijn aangezicht uit, En het vlamt om zijn schreden;
4Zijn bliksems verlichten de wereld, De aarde ziet het, en beeft!
5De bergen smelten als was voor het aanschijn van Jahweh, Voor den Heer van de volheid der aarde;