Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 74

Psalmen 74:1-13

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Een leerdicht van Asaf. O God, waarom zoudt Gij ons voor altijd verstoten, Zou uw toorn blijven woeden tegen de kudde uwer weide?
2Gedenk toch uw volk, dat Gij U eens hebt verworven, De stam, die Gij hebt verlost als uw erfdeel, De Sionsberg, Die Gij U tot woonplaats verkoost!
3Ach, richt toch uw schreden naar de onherstelbare puinen; Heel het heiligdom is door den vijand vernield.
4Uw haters joelden in uw heilige tent, En hebben er hun banieren geplant.
5Ze hakten de friezen boven de ingangen stuk, Zoals een bijl in het kreupelhout woedt.
6Ze hebben het drijfwerk in stukken geslagen, Met bijl en houweel het vernield;
7Uw heiligdom in brand gestoken, De woonplaats van uw Naam tot de grond toe ontwijd.
8Ze zeiden: “Wij zullen alles verwoesten, Alle godshuizen verbranden door ‘t hele land!”
9Wij zien geen voortekens meer, en er is geen profeet, Niemand onder ons, die kan zeggen: Hoelang nog!
10Ja, hoelang nog, o God, zal de vijand U honen, De vijand maar altijd uw Naam blijven lasteren?
11Waarom trekt Gij uw hand van ons terug, En houdt Gij uw rechter in uw boezem verborgen?
12Gij zijt toch van ouds onze Koning, o God, Die op aarde altijd de zege bevocht:
13Gij hebt de zee opgezweept door uw kracht, Op het water de schedels der draken verpletterd;

Read Psalmen 74Psalmen 74
Compare Psalmen 74:1-13Psalmen 74:1-13