Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Handelingen - Handelingen 26

Handelingen 26:4-9

Help us?
Click on verse(s) to share them!
4Wat mijn vroeger leven betreft, dat is aan alle Joden bekend, daar ik het van jongsaf aan onder mijn volk te Jerusalem heb doorgebracht.
5Ze weten, als ze het maar willen getuigen, dat ik van de aanvang af naar de strengste richting van onze godsdienst als farizeër heb geleefd.
6En thans sta ik terecht om de verwachting van de Belofte, die God aan onze vaderen deed,
7en wier vervulling onze twaalf stammen vol hoop tegemoet blijven zien, door God dag en nacht met ijver te dienen. Om die verwachting, o koning, word ik door de Joden beschuldigd.
8Wat ongelovigs vindt gij er in, dat God doden doet verrijzen?
9Om op mijzelf terug te komen: ik meende dus, dat het mijn plicht was, zeer vijandig op te treden tegen de naam van Jesus van Názaret.

Read Handelingen 26Handelingen 26
Compare Handelingen 26:4-9Handelingen 26:4-9