9Zo bleef Jahweh een toevlucht voor de verdrukten, Een wijkplaats in tijden van nood;
10Die uw Naam kennen, mochten steeds op U hopen, Want nooit verliet Gij, die U zochten, o Jahweh!
11Zingt nu voor Jahweh, die de Sion bewoont, Roept tot de volken zijn daden;
12Want de Bloedwreker blijft de verdrukten gedenken, Vergeet hun noodkreten niet.
13Jahweh, wees mij genadig; zie mijn ellende, door mijn haters berokkend, Trek mij omhoog uit de poorten des doods,