Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 9

Psalmen 9:2-17

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2In U mij verheugen en juichen, Uw Naam, Allerhoogste, bezingen!
3Want mijn vijanden hebben de vlucht moeten nemen, Ze zijn gestruikeld en kwamen om voor uw blik;
4Want Gij hebt mijn pleit en belangen behartigd, Als rechtvaardig Rechter uw troon bestegen.
5De heidenen hebt Gij bestraft, De goddelozen vernietigd, Zelfs hun naam uitgewist Voor altijd en immer.
6De vijanden werden tot zwijgen gebracht, Voor goed hun zwaarden gebroken; Hun steden hebt Gij verwoest, Zelfs de herinnering er aan ging verloren.
7Ziet, Jahweh troont in eeuwigheid, Houdt zijn rechterstoel voor het oordeel gereed;
8Rechtvaardig richt Hij de wereld, Vonnist de volken, zoals ze verdienen.
9Zo bleef Jahweh een toevlucht voor de verdrukten, Een wijkplaats in tijden van nood;
10Die uw Naam kennen, mochten steeds op U hopen, Want nooit verliet Gij, die U zochten, o Jahweh!
11Zingt nu voor Jahweh, die de Sion bewoont, Roept tot de volken zijn daden;
12Want de Bloedwreker blijft de verdrukten gedenken, Vergeet hun noodkreten niet.
13Jahweh, wees mij genadig; zie mijn ellende, door mijn haters berokkend, Trek mij omhoog uit de poorten des doods,
14Opdat ik overal uw lof mag verkonden, Om uw redding juichen in de poorten der dochter van Sion.
15De heidenen zinken weg in de kuil, die ze groeven, Hun voet is gevangen in het net, dat ze spanden;
16Jahweh heeft Zich doen kennen, en vonnis gewezen: De goddeloze ligt in zijn eigen daden verstrikt.
17Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken;

Read Psalmen 9Psalmen 9
Compare Psalmen 9:2-17Psalmen 9:2-17