3Steekt deze maand de bazuinen, Bij volle maan voor de dag van ons feest!
4Want dit is een voorschrift aan Israël, En een bevel van Jakobs God:
5Een gebod, aan Josef gegeven, Na zijn tocht uit het land van Egypte, Toen hij een woord vernam, Dat hij nooit had gehoord:
6Ik heb de last van uw schouders genomen, En uw handen werden van de draagkorf bevrijd.
7Gij riept in de nood, En Ik heb u verlost, In donderwolken u verhoord, Bij de wateren van Meriba u beproefd.
8Hoor, mijn volk, Ik ga het u plechtig verkonden; Israël, ach, luister naar Mij:
9Geen andere god mag er onder u zijn; Geen vreemden god moogt gij aanbidden!
10Ik ben Jahweh, uw God, die u uit Egypte heb geleid, En die uw mond heb gevuld, toen hij wijd was geopend!
11Maar mijn volk luisterde niet naar mijn stem, En Israël gehoorzaamde niet;
12Toen gaf ik ze prijs aan verstoktheid des harten, En iedereen ging zijn eigen weg.
13Ach, had mijn volk naar Mij toch geluisterd, En Israël mijn wegen bewandeld!