Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 74

Psalmen 74:8-19

Help us?
Click on verse(s) to share them!
8Ze zeiden: “Wij zullen alles verwoesten, Alle godshuizen verbranden door ‘t hele land!”
9Wij zien geen voortekens meer, en er is geen profeet, Niemand onder ons, die kan zeggen: Hoelang nog!
10Ja, hoelang nog, o God, zal de vijand U honen, De vijand maar altijd uw Naam blijven lasteren?
11Waarom trekt Gij uw hand van ons terug, En houdt Gij uw rechter in uw boezem verborgen?
12Gij zijt toch van ouds onze Koning, o God, Die op aarde altijd de zege bevocht:
13Gij hebt de zee opgezweept door uw kracht, Op het water de schedels der draken verpletterd;
14Gij hebt Liwjatan zijn koppen verbrijzeld, En hem een prooi der jakhalzen gemaakt.
15Gij liet bronnen en beken ontspringen, Maar eeuwige stromen verdrogen.
16Door U kwam de dag, door U kwam de nacht, Gij hebt de maan en de zon haar plaatsen bereid.
17Gij hebt al de grenzen der aarde gesteld, Zomer en winter, Gij hebt ze gemaakt!
18Denk aan dit alles, o Jahweh, als de vijand blijft honen, Een waanzinnig volk uw Naam blijft lasteren!
19Geef, die U loven, niet prijs aan de beesten, En vergeet uw ongelukkigen niet voor altoos.

Read Psalmen 74Psalmen 74
Compare Psalmen 74:8-19Psalmen 74:8-19