30Dan zal ik de Naam van God in liederen prijzen, En Hem loven en danken!
31Dit zal Jahweh meer aangenaam zijn dan stieren, Meer dan varren met horens en hoeven.
32Verheugt u, ongelukkigen, wanneer gij dit ziet; Zoekt naar God, en uw hart leeft weer op.
33Want Jahweh hoort de behoeftigen aan, En versmaadt de geknevelden niet.