5Met wonderen verhoort Gij ons in uw trouw, O God van ons heil; Gij, de hoop van alle grenzen der aarde, En ongenaakbare zeeën!
6Gij, die de bergen door uw kracht hebt gegrond, En met macht zijt omgord;
7Die het bulderen der zeeën bedaart, En het gebruis van haar golven. Ontsteld staan de volken,