37Geef acht op den vrome en let op den brave: Het kroost van dien man leeft in vrede;
38Maar de zondaars gaan allen te gronde, De kinderen der bozen worden vernietigd.
39Jahweh is het heil van de vromen, Hun toevlucht in tijden van nood;
40Jahweh helpt en beschermt hen tegen de bozen, Hij redt hen, als ze vluchten tot Hem!