10Alle wegen van Jahweh zijn goedheid en trouw, Voor wie zijn Verbond en zijn Wet onderhoudt.
11O Jahweh, om wille van uw Naam, Vergeef mij mijn schuld, hoe groot zij ook is.
12Iedereen, die Jahweh vreest, Leert Hij, welke weg hij moet kiezen:
13Hijzelf zal steeds in voorspoed leven, Zijn kinderen zullen het Land bezitten.
14Jahweh’s vriendschap geldt hun, die Hem vrezen, Hij maakt hen deelachtig aan zijn Verbond.