5Dan waren over ons heengeslagen De bruisende golven.
6Maar geprezen zij Jahweh, Die ons geen prooi voor hun tanden heeft gemaakt!
7Levend zijn wij ontsnapt, Als een vogel uit het net van den vinker: Het net is gescheurd, En wij zijn ontkomen!
8Onze hulp is in de Naam van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!