4Waar de stammen naar opgaan, De stammen van Jahweh. Daar is het Israël een wet, De Naam van Jahweh te loven;
5Daar staan de zetels voor het gericht, En het troongestoelte van Davids huis.
6Jerusalem, die u liefhebben, Wensen u vrede en heil;
7Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten!
8Om mijn broeders en vrienden Bid ik de vrede over u af;