Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Lucas - Lucas 22

Lucas 22:13-41

Help us?
Click on verse(s) to share them!
13Ze gingen heen, en vonden het, zoals Hij het hun had gezegd; en ze maakten het paasmaal gereed.
14Op de vastgestelde tijd ging Hij aanliggen aan tafel, en de twaalf apostelen met Hem.
15En Hij sprak tot hen: Vurig heb Ik verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten.
16Want Ik zeg u, dat Ik het niet meer zal eten, vóór het zijn vervulling bereikt in het koninkrijk Gods.
17Toen nam Hij een kelk, sprak het dankgebed uit, en zeide: Neemt en verdeelt hem onder elkander.
18Want Ik zeg u: Van nu af aan zal Ik de vrucht van de wijnstok niet meer drinken, totdat het koninkrijk Gods is gekomen.
19Toen nam Hij brood, sprak een dankgebed uit, brak het, gaf het hun, en sprak: Dit is mijn lichaam, dat voor u wordt overgeleverd; doet dit tot mijne gedachtenis.
20Zo ook de kelk, na het avondmaal; en Hij sprak: Deze kelk is het Nieuwe Verbond in mijn bloed, dat voor u wordt vergoten.
21Zie, de hand van hem, die Mij verraadt, is met Mij op de tafel.
22De Mensenzoon gaat wel heen, zoals het is vastgesteld; maar wee dien mens, door wien Hij wordt verraden.
23Toen begonnen ze onder elkander te vragen, wie van hen het toch zijn kon, die dat zou doen.
24Nog ontstond er een twist onder hen, wie van hen als de eerste gold.
25Maar Hij zeide hun: De koningen der volken heersen over hen, en die het gezag over hen voeren, laten zich weldoeners noemen.
26Zo moet het niet zijn onder u; maar de grootste onder u moet als de jongste zijn, en wie aan het hoofd staat, als een die dient!
27Wie toch is groter: hij die aan tafel ligt, of hij die bedient? Is het niet, die aan tafel ligt? Welnu, Ik ben onder u als de dienaar.
28Gij zijt Mij trouw gebleven bij mijn beproevingen.
29Daarom verleen Ik u het koninkrijk, zoals mijn Vader het Mij heeft verleend:
30dat gij in mijn koninkrijk aan mijn tafel moogt eten en drinken, en op tronen moogt zetelen, om de twaalf stammen van Israël te oordelen.
31Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen willen ziften als tarwe.
32Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken; en gij, wanneer ge u bekeerd hebt, bevestig dan uw broeders.
33Hij zei Hem: Heer, ik ben bereid, met U zelfs kerker en dood in te gaan.
34Maar Hij sprak: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, voordat ge driemaal geloochend hebt, Mij te kennen.
35Nog sprak Hij tot hen: Toen Ik u uitzond zonder beurs en reiszak en sandalen, heeft het u toen aan iets ontbroken? Ze zeiden: Aan niets.
36Hij ging voort: Maar nu, wie een beurs heeft, moet ze meenemen, en ook zijn reiszak; en wie geen zwaard heeft, moet zijn mantel verkopen en er een kopen.
37Want Ik zeg u: Ook dit Schriftwoord moet aan Mij worden vervuld: “En Hij is onder de misdadigers gerekend”. Ja, wat over Mij is gezegd, is zijn vervulling nabij.
38Ze zeiden: Heer, zie, hier zijn twee zwaarden. Hij zei hun: Genoeg.
39Nu ging Hij naar buiten, en begaf Zich volgens gewoonte naar de Olijfberg; ook zijn leerlingen gingen met Hem mee.
40Daar aangekomen, sprak Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in bekoring komt.
41Hij verwijderde Zich van hen ongeveer een steenworp ver, viel op zijn knieën neer,

Read Lucas 22Lucas 22
Compare Lucas 22:13-41Lucas 22:13-41