Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Handelingen - Handelingen 8

Handelingen 8:18-27

Help us?
Click on verse(s) to share them!
18Toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd meegedeeld, bood hij hun geld aan
19en zeide: Geeft ook mij die macht, dat ieder, wien ik de handen opleg, den Heiligen Geest ontvangt.
20Maar Petrus sprak tot hem: Uw geld ga met u ten verderve, omdat ge gemeend hebt, de gave Gods voor geld te verkrijgen.
21Ge kunt geen deel hieraan hebben; want uw hart is niet oprecht tegenover God.
22Heb dus berouw over uw boosheid, en bid tot God, dat die toeleg van uw hart u vergeven mag worden;
23want ik zie u bitter als gal, en in de ongerechtigheid verstrikt
24Simon antwoordde Bidt gij voor mij tot den Heer, dat niets van wat gij gezegd hebt, mij treffe.
25Nadat ze hun getuigenis hadden afgelegd, en het woord des Heren hadden verkondigd, keerden ze naar Jerusalem terug, terwijl ze nog in meerdere dorpen der Samaritanen het evangelie preekten.
26En een engel des Heren sprak tot Filippus: Sta op, en ga tegen de middag de weg op, die van Jerusalem naar Gaza loopt, en wel de woestijnweg
27Hij stond op, en ging. En zie, een man uit Ethiopië, een hooggeplaatst kamerdienaar en opperschatmeester van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, was ter aanbidding naar Jerusalem gekomen.

Read Handelingen 8Handelingen 8
Compare Handelingen 8:18-27Handelingen 8:18-27