2Laat ons met lofzangen voor zijn aangezicht treden, En onze liederen voor Hem zingen:
3Want Jahweh is een machtige God! Hij is Koning, boven alle goden verheven:
4Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde, En de toppen der bergen behoren Hem toe;
5Van Hem is de zee, Hij heeft ze geschapen, Het vaste land, dat zijn hand heeft gemaakt!