13Ach Jahweh, wend U eindelijk toch eens tot ons, En ontferm U over uw dienaars;
14Verzadig ons met uw genade, als we nog jong zijn, Opdat we heel ons leven mogen jubelen en juichen.
15Geef ons vreugde, even lang als Gij ons hebt gekastijd; Evenveel jaren als wij ellende doorstonden.
16Laat uw dienaars uw machtige daden aanschouwen, En hun kinderen uw glorie!