26Hij mag tot Mij roepen: Mijn Vader zijt Gij, Mijn God en de Rots van mijn heil;
27En Ik zal hem tot eerstgeborene verheffen, Hoog boven de koningen der aarde.
28Eeuwig zal Ik hem mijn genade behouden, Onverbreekbaar zal mijn verbond met hem zijn:
29Ik zal zijn geslacht laten duren voor eeuwig, Zijn troon als de dagen des hemels!
30En mochten zijn zonen mijn wet verzaken, En niet wandelen naar mijn geboden,