9Waarachtig; zijn heil is nabij aan hen, die Hem vrezen, En zijn heerlijkheid woont in ons Land.
10Genade en trouw ontmoeten elkander, Gerechtigheid en vrede omhelzen elkaar:
11De trouw ontspruit aan de aarde, De gerechtigheid blikt uit de hemel.
12Jahweh zelf schenkt zijn zegen, En ons Land geeft zijn oogst;
13Gerechtigheid gaat voor Hem uit, En geluk volgt zijn schreden!