9Geen andere god mag er onder u zijn; Geen vreemden god moogt gij aanbidden!
10Ik ben Jahweh, uw God, die u uit Egypte heb geleid, En die uw mond heb gevuld, toen hij wijd was geopend!
11Maar mijn volk luisterde niet naar mijn stem, En Israël gehoorzaamde niet;
12Toen gaf ik ze prijs aan verstoktheid des harten, En iedereen ging zijn eigen weg.
13Ach, had mijn volk naar Mij toch geluisterd, En Israël mijn wegen bewandeld!