14Hij leidde hen overdag door een wolk, Door een lichtend vuur heel de nacht.
15Hij spleet in de woestijn de rotsen vaneen, En drenkte de steppen met plassen;
16Uit de klippen liet Hij beken ontspringen, En er water uit vloeien bij stromen.
17Maar ze zondigden opnieuw tegen Hem, En tartten den Allerhoogste in de woestijn;