10Hoor, Dochter! Zie, en neig uw oor, Vergeet uw volk en het huis van uw vader:
11Laat de Koning uw schoonheid begeren; Breng Hem uw hulde, want Hij is uw Heer!
12Dan komt de dochter van Tyrus tot U met geschenken, En zoeken de rijkste volken uw gunst.
13Enkel lieftalligheid ligt op het gelaat der koninklijke Dochter, Met goud doorweven is haar ornaat;