6Neen, ik heb niet vertrouwd op mijn boog, En mijn zwaard kon de zege niet schenken.
7Maar Gij hebt ons van onze verdrukkers verlost, En onze haters te schande gemaakt;
8In God mochten we steeds blijven roemen, En uw Naam in eeuwigheid prijzen!
9Maar nú hebt Gij ons verstoten, ons te schande gemaakt, En trekt niet meer met onze heirscharen op;