5Mijn wonden stinken en dragen Om mijn verdwazing;
6Ik ga gebukt en geknakt, Loop heel de dag maar treurend rond.
7Mijn lenden zijn aan alle kanten ontstoken, Geen gezonde plek aan mijn vlees;
8Ik ben uitgeput en gebroken, En snik het uit door het gekerm van mijn hart.
9Heer, al mijn jammeren is U bekend, Mijn zuchten voor U niet verborgen;
10Wild bonst mijn hart, de kracht ontzinkt mij, Zelfs het licht van mijn ogen is heen.