Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 37

Psalmen 37:5-31

Help us?
Click on verse(s) to share them!
5Laat Jahweh uw weg maar bestieren, Verlaat u op Hem: Hij zal hem banen;
6Als de dageraad doet Hij uw gerechtigheid stralen, En als de middagzon uw recht.
7Berust in Jahweh, En blijf op Hem hopen. Benijd niet den man, wien het goed gaat, Ofschoon hij bedriegt.
8Word niet toornig en maak u niet boos, Wind u niet op: gij maakt het maar erger;
9Want de zondaars worden vernietigd, Maar die op Jahweh vertrouwen, bezitten het Land!
10Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg.
11Maar de rechtschapenen bezitten het Land, En genieten een heerlijke vrede.
12De zondaar belaagt den rechtvaardige, En knarst tegen hem op zijn tanden;
13Maar de Heer lacht hem uit, Want Hij ziet zijn Dag al nabij.
14De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten;
15Maar het zwaard dringt in hun eigen hart, En hun bogen worden gebroken.
16Beter het weinige, dat de rechtvaardige heeft, Dan de geweldige rijkdom der bozen;
17Want de arm der bozen wordt gebroken, Maar voor de rechtvaardigen is Jahweh een stut.
18Jahweh zorgt voor de dagen der vromen, En hun erfdeel blijft eeuwig bijeen;
19Ze staan niet verlegen in tijden van rampspoed, Maar worden verzadigd bij hongersnood.
20Maar de goddelozen gaan zeker te gronde, En hun kinderen bedelen om brood; Jahweh’s vijanden vergaan als de glorie der velden, En verdwijnen als rook.
21De boze moet lenen, en kan niet betalen, De gerechte kan mild zijn en geven;
22Want wien Hij zegent, bezit het Land, Maar wien Hij vervloekt, wordt vernietigd.
23Jahweh leidt de schreden der mensen, Hij richt overeind, wiens gedrag Hem behaagt;
24En mocht hij al wankelen, toch zal hij niet vallen, Want Jahweh houdt hem bij de hand.
25Ik was jong, en nu ben ik oud: Maar nooit heb ik een vrome verlaten gezien;
26Steeds kan hij nog mild zijn en aan anderen lenen, Zijn nageslacht tot zegen zijn.
27Houd u ver van het kwaad, en doe enkel wat goed is, Dan woont gij veilig voor eeuwig;
28Want Jahweh heeft de gerechtigheid lief, En nimmer verlaat Hij zijn vromen. De bozen worden voor eeuwig vernietigd, En het geslacht van de zondaars vergaat;
29Maar de rechtvaardigen bezitten het Land, En blijven er altijd in wonen.
30De mond van den rechtvaardige verkondigt de wijsheid, En zijn tong spreekt wat recht is.
31Hij draagt de Wet van zijn God in zijn hart; Nooit wankelen zijn schreden.

Read Psalmen 37Psalmen 37
Compare Psalmen 37:5-31Psalmen 37:5-31